Koorts bij kinderen

Mijn kind heeft koorts. En nu?

Koorts komt veel voor bij kinderen, vooral bij kinderen onder de 5 jaar. Uw kind heeft koorts als de lichaamstemperatuur 38 graden is of hoger dan 38 graden.

Hoe meten?
Meet de temperatuur via de anus (poepgaatje). Dit is het meest betrouwbaar. Een oorthermometer is minder betrouwbaar en niet bruikbaar bij kinderen jonger dan 3 maanden.
Eenmaal per dag de temperatuur meten is voldoende bij een kind dat niet ernstig ziek is. Meten hoeft niet (meer) als uw kind zich niet ziek voelt.

Hoe hoog?
De lichaamstemperatuur gaat tegen de avond altijd iets omhoog, ook bij kinderen met koorts.
Bij een infectie kan de temperatuur oplopen tot 40 of 41 graden. Dat kan geen kwaad. De koorts is niet schadelijk voor het lichaam of de hersenen. Zolang het lichaam de warmte kwijt kan, komt de temperatuur zelden tot boven de 41 graden.
De hoogte van de koorts zegt op zich weinig over de ernst van de ziekte. Blijf op andere verschijnselen letten om in te schatten of uw kind erg ziek is. U hoeft dus niet telkens te meten.

Hoe lang?
De koorts kan enkele dagen duren. Hoe lang de koorts duurt zegt op zich weinig over de ernst van de ziekte. Zodra het lichaam de infectie overwonnen heeft, daalt de temperatuur weer.

Wat kunt u zelf doen als uw kind koorts heeft?

Koorts op zich is geen reden voor bezorgdheid, maar blijf daarbij wel op andere verschijnselen letten:

  • Geef uw kind extra te drinken, eventueel een waterijsje. Door de koorts en het zweten kan uw kind veel vocht verliezen.
    Eten is minder belangrijk. Dring er niet op aan dat uw kind eet.
  • Zorg dat uw kind genoeg rust krijgt. Het hoeft niet in bed te blijven en mag ook naar buiten.
  • Het lichaam moet de warmte kwijt kunnen. Kies daarom dunne kleding die losjes om het lichaam zit. In bed is een lakentje vaak voldoende. Als uw kind het koud heeft of rilt, kunt u het tijdelijk extra toedekken.
    De huid met koud water afsponzen of een koude natte doek op de huid leggen om af te koelen (kompres) raden artsen niet aan.
  • Zorg dat er een ouder (of andere volwassene) thuis is die regelmatig kijkt hoe het met uw kind gaat.
  • Speelt, lacht, kijkt en reageert uw kind zoals u van uw kind gewend bent? Ademt het rustig en regelmatig? Heeft het een gezonde kleur? Drinkt en plast uw kind zoals het altijd doet? Dan is uw kind waarschijnlijk niet erg ziek.

Wanneer contact met uw huisarts bij een kind met koorts?

Neem direct contact op met uw huisarts of de huisartsenpost als uw kind met koorts: 

  • jonger is dan 3 maanden (en de koorts niet door een inenting komt)
  • een hart- of longziekte heeft
  • diabetes mellitus heeft
  • medicijnen gebruikt die de weerstand verminderen
  • minder weerstand heeft door het syndroom van Down
  • of in de afgelopen 4 weken in het buitenland (subtropen) is geweest.

Deze kinderen hebben een grotere kans om erg ziek te worden bij een infectie. De huisarts zal uw kind willen onderzoeken, óók als het (nog) géén andere ziekteverschijnselen heeft.

Neem óók contact op met uw huisarts:

  • als uw kind 5 dagen koorts heeft;
  • of als uw kind met koorts een prik van het consultatiebureau heeft gemist. Dit in verband met de kans op een kinderziekte die ernstig kan verlopen.

Voor alle kinderen met koorts geldt:

Neem direct contact op met uw huisarts of de huisartsenpost als uw kind met koorts een van de volgende alarmverschijnselen heeft:

  • suf is of niet gemakkelijk wakker te krijgen;
  • kreunt of blijft huilen en niet te troosten is;
  • benauwd is of anders ademt (sneller ademt, piept, hoorbaar ademt en daarbij kwijlt, of korte periodes niet ademt);
  • een bleek-grauwe of vlekkerige huidskleur krijgt of blauwe lippen;
  • rode vlekjes krijgt waarvan de kleur niet verbleekt als u erop drukt (op de romp, armen, benen of het oogslijmvlies);
  • in korte tijd steeds zieker wordt (anders ziek is dan u van uw kind gewend bent);
  • zieker wordt en steeds weer overgeeft (meerdere keren per uur; met of zonder diarree);
  • veel minder drinkt dan normaal (minder dan de helft van wat het normaal drinkt);
  • een halve dag niet heeft geplast of geen natte luier heeft gehad;
  • ineens met armen en benen gaat schokken of trekkingen krijgt (koortsstuip);
  • een gezwollen arm, been of gewricht heeft dat het kind niet goed kan gebruiken;
  • opnieuw koorts krijgt na een aantal dagen koortsvrij te zijn geweest.

Voor meer informatie zie Thuisarts.nl